Hond afwijkend gebit
Hier staat alle informatie over het afwijkende gebit van de hond
Wisselproblemen bij de hond
De kiem van het volwassen element is bij de foetus al aanwezig en bevindt zich onder het melkelement. Als de melktand is doorgebroken gaat de kroon van de blijvende tand groeien. Deze blijvende tand geeft druk op de wortel van de melktand waardoor de wortel van de melktand oplost . Hierdoor komt de melktand steeds losser te zitten en valt uiteindelijk uit. De uitgevallen melktand of -kies heeft dus bijna geen wortel meer. In de meest ideale situatie breken de blijvende tanden en kiezen dus door op het moment dat de melkelementen uitgevallen zijn.
Welke tanden...
Bij de hond wisselen de snijtanden, de hoektanden en de voorste kiezen (premolaren).
Persisterend melkgebit...
Bij het wisselen zien we regelmatig problemen optreden. Het meest voorkomend zijn persisterende, oftewel te lang aanwezig blijvende melkhoektanden. Dat houdt in dat het melkelement nog aanwezig is als het blijvende element al doorgekomen is.
Oorzaak...
Als de wortels van een melktand niet op tijd opgelost zijn (en de melktand er dus niet uitvalt) dan moet de blijvende tand een andere doorbraak plaats zoeken. Een enkele keer valt de melktand alsnog uit op het moment dat de blijvende tand gedeeltelijk is doorgebroken. De blijvende tand kan dan alsnog op de goede plek doorgroeien.
Afwijkende stand...
Helaas komt het vaker voor dat de melktand niet uitvalt en dat de blijvende tand zich ontwikkelt op de verkeerde positie. Ook groeit een dergelijk element vaak in de verkeerde richting. Hierdoor kunnen er problemen optreden met het sluiten van de bek. Zo kunnen hoektanden van de onderkaak in de bovenkaak prikken of tegen andere tanden aankomen.
Een tand of kies komt niet door...
Het komt voor dat een tand of kies niet doorkomt na het wisselen. Er is dan een element die niet door het slijmvlies naar boven is gekomen, er valt een gat in het scharend gebit. We noemen dit wisselprobleem een doorbraakstoornis. Door middel van een röntgenfoto controleren we of het niet doorgekomen element wel aangelegd is. Indien het er wel zit, maar niet door het te stevige tandslijmvlies heen komt, kun je als therapie het slijmvlies om het element weghalen en kan het daarna weer verder uitgroeien.
Teveel tanden ....
Als een melktand niet wisselt zullen er teveel tanden en kiezen in de bek komen te staan, terwijl er onvoldoende plaats hiervoor is. Met röntgenfoto's moet goed gekeken worden welke tand de melktand is.
Voor de eigenaar is het belangrijk om het wisselen te blijven controleren tot de hond klaar met wisselen is.
De regel hierbij is: een melktand en een blijvende tand van hetzelfde type mogen niet tegelijk op dezelfde plek in de bek aanwezig zijn!
Bij pups, die vanaf jonge leeftijd bij ons in de kliniek onder gezondheidscontrole zijn, voeren we op de leeftijd van 6 maanden een gratis controle uit om het wisselen in de gaten te houden.
![]() |
![]() |
Extra gebitselementen bij de hond
Het kan voorkomen dat er te weinig of teveel tanden of kiezen aangelegd worden.
Te weinig...
Bij te weinig gebitselementen of een niet gevormd element spreekt men van ondertal. De tandkiem kan dan bijvoorbeeld niet aangelegd zijn of er kan een probleem met de tandkiem zijn opgetreden. Oorzaken kunnen zijn: erfelijkheid, infectieziektes, ontstekingen, röntgenstraling.
Een niet aangelegd element geeft geen problemen, maar het kan erfelijk zijn dus voor de fok is het wel van belang.
Te veel...
Bij te veel gebitselementen spreekt men van overtalligheid. ook wordt wel hyperdontie of polydontie gebruikt.
De extra tand of kies geeft vaak problemen en kan beter getrokken worden. Indien het niet duidelijk is of het een apart element is moet er een röntgenfoto gemaakt worden om de wortels te beoordelen. Soms worden er namelijk uit 1 tandkiem meerdere tanden gevormd.
Afwijkende gebitselementen ....
Af en toe zien we een tand die niet goed gevormd is. Bijvoorbeeld bij de tand hieronder is er een dubbele kroon (zichtbare gedeelte van de tand) en één wortel. Dit woord geminatie genoemd. Als de hond er geen last van krijgt laten we deze tand zitten.
Zo zijn er diverse afwijkingen in aantallen en vorm van de tanden en kiezen te zien.
![]() |
![]() |
Doorbraakstoornissen
Soms komt een tand of kies niet goed door
Het komt voor dat een tand of kies niet doorkomt na het wisselen. Er is dan een element dat niet door het slijmvlies naar boven is gekomen. We noemen dit wisselprobeem een doorbraakstoornis. Bij gewone honden is dit geen probleem, maar voor honden die naar de show gaan is dit wel van belang.
Bij welk element komtdit vaak voor ....
Het betreft meestal de P1, de eerste premolaar. Dit kan veroorzaakt worden doordat de P1 aangetast is doordat er een persisterende melkhaaktand getrokken is. Bij het onzorgvuldig weghalen van deze melkhaaktand kan de blijvende haaktand of de P1 erachter in de ontwikkeling gestoord worden en stoppen met groeien.
Een andere oorzaak is dat het slijmvlies te dik is en dat de tand of kies niet door dit slijmvlies heen kan groeien.
Soms komt een tand of kies niet goed door
Het komt voor dat een tand of kies niet doorkomt na het wisselen. Er is dan een element die niet door het slijmvlies naar boven is gekomen, er valt een gat in het scharend gebit. We noemen dit wisselprobleem een doorbraakstoornis. Bij gewone honden is dit geen probleem, maar voor honden die naar de show gaan is dit wel van belang.
Welk element is het vaak ....
Het betreft meestal de P1, de eerste premolaar. Dit kan veroorzaakt worden doordat de P1 aangetast is doordat er een persisterende melkhaaktand getrokken is. Bij het onzorgvuldig weghalen van deze melkhaaktand kan de blijvende haaktand of de P1 erachter in de ontwikkeling gestoord worden en stoppen met groeien.
Een andere oorzaak is dat het slijmvlies te dik is en dat de tand of kies niet door dit slijmvlies heen kan groeien.
Maak een röntgenfoto ....
Het is belangrijk dat er op de plek waar het element niet doorkomt gekeken wordt onder het slijmvlies of er uberhaupt wel een element is aangelegd. Dit kan door middel van een röntgenfoto. Op de foto is duidelijk te zien dat er een kies zit!
Ook zie je dat bij een jonge hond (deze is 5,5 maand) er maar een hele dunne buitenkant (cortex) van de tanden en kiezen aanwezig is. Je ziet een dun wit randje aan de buitenkant en een grote donkere mergholte. Als de hond ouder wordt wordt de cortex steeds dikker en sterker.
De behandeling ....
De therapie is een chirurgische behandeling, het slijmvlies rond de kroon van de kies wordt verwijderd. Meestal is deze behandeling voldoende en kan de kies daarna goed uitgroeien. Na het weghalen van het slijmvlies moet de eigenaar het gat rond de kies openhouden met behulp van een gaasje wordt het slijmvlies gemasseerd. Op de foto hierboven is te zien dat het slijmvlies dermate sterk was dat de P1 naar voren gekanteld liggen. Het is afwachten of deze nog verder uitgroeien omdat de hond al 5,5 maand oud is.
Zorg dat de behandeling op tijd is ....
Het is van belang om de ingreep op tijd uit te voeren zodat het element nog kan uitgroeien. In de eerste maanden moet de eigenaar het wisselen goed in de gaten houden. Zodra er een verdenking is dat het wisselen niet goed gaat is het van belang om naar een tandheelkundige dierenarts te gaan.
Zie de foto aan de rechterkant: het resultaat na 3,5 week.
Nog een andere hond met een snijtand en een grote kies die niet doorkwam .....

De doorbraakstoornis zien we ook bij tanden.
Helaas komt het ook voor dat een tand niet is aangelegd ...
We komen het ook tegen dat een tand of kies echt niet aanwezig is. Indien dit meerdere elementen betreft en er is geen trauma (bijtwond of ongeluk) in het verleden geweest dan kan het helaas een erfelijke kwestie zijn. Voor de hond maakt dit natuurlijk niets uit, het is een gezonde hond en kan hier prima mee leven. Echter voor de show of de fok is dit wel een probleem.
Op de foto's hieronder is te zien dat bij deze hond van 6 maanden beiderzijds de p2 van de onderkaak mist.
Als u op de foto's klikt wordt het groter toegelicht.


Op de foto is helaas te zien dat beiderzijds de P2 van de onderkaak niet is aangelegd.
Indien er op de röntgenfoto wel een element zichtbaar is, kan het niet doorkomen in de meeste gevallen door middel van een behandeling verholpen worden. Helaas is dit niet mogelijk als er geen element aanwezig is.
Maak een röntgenfoto om na te gaan of er wel of geen element aanwezig is.
Soms missen er wel heel veel kiezen ....
![]() |
![]() |
Afwijkend gebit van de hond
Bij de hond komt een aantal gebitsafwijkingen voor. Een aantal voorbeelden zijn ....
Een verkeerde stand van de snijtanden:
Als de ondersnijtanden net achter de bovensnijtanden vallen noemen we dit een scharend gebit. Dit is de juiste stand. Als de onder- en bovensnijtanden op elkaar staan dan heet dit een tanggebit en als de ondersnijtanden voor de bovensnijtanden staan dat noemen we dit een onderbeet.
Wisselproblemen: als de melktanden te lang blijven zitten kunnen deze voor standveranderingen zorgen. We noemen dit persisterende melkhoektanden.
Glazuurbeschadigingen: door infectieziekten kunnen tandproblemen ontstaan ...
Ook zullen we het gevaar van een afgebroken melkhoektand bij een pup behandelen.
En we behandelen breuken in tanden en kiezen: wat dan te doen extractie of een wortelkanaalbehandeling.
Als de tanden of kiezen bij het wisselen niet goed doorkomen of beter gezegd niet boven het slijmvlies te zien zijn dan noemen we dit een doorbraakstoornis.
Teveel of te weinig tanden of kiezen komen ook aan de orde net als tandverkleuringen.
En wat te doen bij een veel te lange of te korte onderkaak: een bovenbeet of een onderbeet.
We zien ook bij de hond tandresorptie wat we eigenlijk vooral bij de kat zien.
![]() |
![]() |
Hond standsafwijkingen
Helaas komen er af en toe afwijkingen bij het honden gebit voor die veroorzaakt worden door een afwijkende stand van een gebitselement. Meestal worden deze standsafwijkngen veroorzaakt door een afwijkende schedel vorm van deze hond. Indien een kaak te kort of te smal is dan moeten de kiezen en tanden maar zien waar ze terecht komen.
Crowding
Hieronder een paar voorbeelden van afwijkende stand van meerdere kiezen bij diverse honden. Het kan voorkomen in de onder of in de bovenkaak. Er is sprake van crowding. Te veel kiezen en te weinig ruimte .....
Zie ook het gebit van een Franse Bulldog hieronder
\
Indien het echt problemen oplevert dan trekken we tanden of kiezen ....
Bijvoorbeeld als er een te smalle kaakbreedte is en er te weinig ruimte is voor de 6 snijtanden dan trekken we één of meerdere snijtanden om een functionele stand te krijgen. In de bovenkaak staan nog maar 3 snijtanden en in de onderkaak 4 snijtanden.
Door het niet wisselen van de melkhoektanden kunen ook standsafwijkingen ontstaan.
We behandelen deze persisterende melkhoektanden op een aparte pagina
![]() |
![]() |